The Isle of Wight: verrassende kampeerbestemming (2)
Veel tentkampeerders op het eiland
Het eiland Wight is niet groot: zo'n 380 km2. Op de veerboot van WightLink staan nog drie campers deze middag. Vooral aan de oostkust vind je veel toeristen. Er zijn onverwacht veel campings en camperplekken: uitgebreide gezinsterreinen met talrijke voorzieningen, maar ook hele eenvoudige plekken.
"We zijn hier erg afhankelijk van het weer", vertelt Sue de Vere van Vernon Cottage. "Om hier te komen moet je altijd de ferry nemen. Bij slecht weer doet uiteraard niemand dat." Sue was ooit journaliste voor landelijke dagbladen, maar leidt met echtgenoot en kok Paul nu al weer tien jaar een prachtig restaurant, tevens VVV-kantoor en geschenkenwinkel. Aan hun tuin grenst een groot parkeerterrein en na zes uur 's avonds is het op Wight overal gratis parkeren. Specialiteiten van het huis: een taartje van lagen lamsvlees met daartussen verse spinazie en scones in de vorm van het eiland.
Heerlijk, zo'n Engels winkeltje
Simon Dabell is verantwoordelijk voor de promotie van het eiland, dat 2,4 miljoen bezoekers per jaar trekt (op een eigen bevolking van 140.000 mensen!). Toerisme is de belangrijkste inkomstenbron op Wight. Er is verder wat high tech industrie en er worden windmolens geproduceerd.
Het weer op het Isle of Wight is 'doorgaans iets beter dan op het mainland', heet het hier. Vandaag is het in elk geval dik 20 graden, blauwe lucht en windstil. Ik besluit eerst maar eens de 'drukke' oostkust te verkennen.
Vanuit Shanklin rijd ik naar Ryde over de A3055. Onderweg kom je door leuke plaatsjes. In een haventje zijn de boten bij eb drooggevallen: wat een apart beeld levert dat op. Via de kust zak ik weer af: Nettlestone, Bembridge en de Whitecliff Bay. De eerste campings die we zien staan vol witte stacaravans: dat is hier al niet anders dan in de rest van Engeland. Het Nodes Point Holiday Park heeft behalve de witte koekblikken ook een plek voor campers, caravan en tenten.
Water en boten, overal op het Isle of Wight
Vervolgens rijden we verder richting Ventnor, waar een bezoek aan een bijzondere botanische tuin is gepland. [Wordt vervolgd]